Nieuwsitem van 29-05-2020

Allergenenrisico bij vegan en plant-based producten

Het aanbod van ‘vegan’ en volledig plantaardige producten groeit. Dit zijn producten zonder vlees, maar ook zonder bekende dierlijke allergenen als vis, schaal- en weekdieren en eventueel ook melk en ei. Hierin schuilen ook nieuwe gevaren voor de allergische consument, die verwacht dat deze allergenen afwezig zijn. Terwijl dat niet het geval hoeft te zijn. Daarnaast kunnen juist ook de plantaardige ingrediënten voor allergische reacties zorgen.

100% = zonder sporen?

Voor een ‘vegan’ of ‘plant-based’ product worden geen dierlijke ingrediënten gebruikt. Deze producten geven echter geen garantie dat het product compleet vrij is van dierlijke allergenen, zoals melk, ei, vis, schaal- of weekdieren. Dit in tegenstelling tot wat veel gedacht wordt.
Sommige allergische consumenten kopen namelijk bewust vegan of vegetarische producten in de veronderstelling dat deze 100% uit plantaardige ingrediënten bestaan en daarmee dus veilig zijn. Deze producten kunnen echter door kruisbesmetting dierlijke allergenen bevatten. Ze vormen daarmee juist een risico voor mensen met een dergelijke allergie. Een recente studie uitgevoerd door de Duitse Allergie en Astma Vereniging (DAAB) laat zien dat 23% van de vegan producten significante hoeveelheden melk bevat. Bij de meeste van deze producten stond wel een waarschuwing voor melk op het etiket, maar niet bij alle.
Helaas bestaat geen wettelijke definitie voor ‘vegan’ of ‘plant-based’ in Europa. Daarmee is ook niet geregeld of deze producten sporen van dierlijke allergenen mogen bevatten. Mogelijke aanwezigheid van sporen van deze ingrediënten is niet alleen een risico bij een allergie maar kan ook stuiten op morele bezwaren.

Logo’s en keurmerken

Ondanks kritische kanttekeningen van allergische consumentengroeperingen en sommige vegans is kruisbesmetting met dierlijke allergenen geen belemmering bij het toekennen van logo’s op vegan en vegetarische producten. In een Position Paper uit 2019 stelt de Europese Vegetariërs Bond (EVU) dat het uitgangspunt is dat kruisbesmetting met dierlijke allergenen voorkomen wordt. Maar kruisbesmetting draagt niet bij aan toenemend gebruik van dieren en vormt daarom geen ethisch bezwaar, aldus de EVU. Zij stellen dat de mensen met een allergie momenteel goed geïnformeerd worden bij kruisbesmetting bij vegan-producten. Er wordt zelfs aangegeven dat de huidige allergenenwetgeving rondom etikettering van kruisbesmetting afdoende is. Dit is opmerkelijk omdat dit juist niet wettelijk geregeld is.
Voor het V-label van de EVU is kruisbesmetting met dierlijke allergenen dan ook toegestaan. Wel wordt een maximale grens gehanteerd voor alle dierlijke contaminanten tezamen van 0.1% (=1000 ppm).
Ook volgens de criteria van het Vegan Keurmerk van de Vegan Society is kruisbesmetting met allergenen toegestaan bij gebruik van hun logo.
In Engeland heeft Food&Drink Federation (FDF) het document “FDF Guidance of ‘Allergen’-Free & Vegan Claims” gepubliceerd. Hierin wordt het verschil tussen beide claims toegelicht. Allergische consumenten moeten productkeuzes niet baseren op een vegan-logo. Het is voor fabrikanten van belang geen uitingen op het etiket te zetten, zoals melkvrij symbolen, als dit niet geborgd is. 

Certificering

Vanwege de groeiende populariteit van veganproducten heeft BRCGS een nieuwe certificatiestandaard ontwikkeld: Plant-Based Global standard issue 1. Bedrijven kunnen zich laten certificeren tegen deze standaard. Hiervoor wordt een audit uitgevoerd bij het bedrijf. Op de producten mag vervolgens het Plant-Based Global Standard Trademark geplaatst worden. Deze Standard wijkt af van de andere veganlogo’s waarbij het productieproces niet beoordeeld wordt. Bij het beoordelen van het proces wordt ook aandacht besteed aan de manier waarop kruisbesmetting met dierlijke ingrediënten -en dus allergenen- voorkomen wordt.

Nieuwe allergenen en kruisallergie

Voor plantaardige producten worden vaak eiwitbronnen uit de peulvruchtenfamilie gebruikt, zoals (kikker)erwten, linzen of tuinbonen. Ernstige reacties op tuinboon zijn al langer bekend. Dit ziektebeeld -favisme- is geen allergie maar een stofwisselingsstoornis met levensbedreigende complicaties. Maar ook worden steeds vaker allergische reacties op andere peulvruchten gemeld. De Franse overheid heeft in 2015 erwt en linzen op de lijst van opkomende allergenen geplaatst. Recent hebben ook patiëntenorganisaties in UK gewaarschuwd voor de risico’s voor erwt als nieuw belangrijk allergeen. Hoewel erwt veelal wordt aangeprezen als ‘clean-label’ ingrediënt, spelen ook hier aandachtspunten met betrekking tot allergenen. Verschillende leveranciers van erwt ingrediënten geven het advies aan verwerkers van hun producten om altijd duidelijk de botanische herkomst van het eiwit of zetmeel te vermelden in de lijst met ingrediënten. Dus ‘erwteiwit’ in plaats van de algemene benaming ‘plantaardig eiwit’. Zo kan de allergische consument zelf een afgewogen besluit nemen om een product wel of niet te eten.
Daarnaast raden sommige leveranciers aan om een aanvullende allergiewaarschuwing te hanteren met betrekking tot erwt of zelfs pinda. Erwten kunnen namelijk kruisreactie geven met andere peulvruchten, waar ook pinda’s onder vallen. Voor consumenten met een pinda-allergie kan consumptie van erwt daarom een risico vormen.

Aanvullende allergenenwaarschuwing erwt

Conclusie

Bij productontwikkeling is aandacht nodig voor de keuze en etikettering van plantaardige eiwitten nodig. Clean-label betekent niet altijd zonder allergenenrisico’s.
Daarnaast is juist bij vegan en plant-based producten het voorkomen van kruisbesmetting met dierlijke en allergene ingrediënten belangrijk. Zowel vanuit het oogpunt van de bewuste consument die specifiek kiest voor een product zonder dierlijke ingrediënten. Maar ook voor de allergische consument die ook geen allergene ingrediënten zoals melk, ei, vis, schaal- of weekdieren in 100% plantaardige producten verwacht. Wettelijke eisen over etikettering van kruisbesmetting met allergenen bestaan echter niet. Ook een wettelijk definitie van uiting als ‘vegan’ of ‘vegetarisch’ ontbreekt. Voor veel consumenten speelt bij productkeuze een logo daarom een belangrijke rol. Helaas wordt bij toekenning van veelgebruikte logo’s kruisbesmetting met dierlijke allergenen niet beoordeeld. De fabrikant geeft zelf invulling aan de (mate van) preventieve maatregelen en keuzes om wel of niet te waarschuwen bij kruisbesmetting.
BRCGS Plant-Based is het eerste logo waarbij het productieproces fysiek gecontroleerd wordt en waarbij de fabrikant moet laten zien dat kruisbesmetting voorkomen wordt. Maar geen van de logo’s stelt eisen aan een allergenenrisicobeoordeling met bijbehorende etikettering.

NASCHRIFT: Volgens opgave van de Vegetariërsbond vinden er sinds 2021 onafhankelijke inspecties op productielocatie plaats, het jaar na certificering. De eisen waar een bedrijf aan moet voldoen zijn niet openbaar beschikbaar, maar kruisbesmetting en voorkomen van verwisseling zijn aandachtspunten.

Bronnen:
https://www.daab.de/blog/2019/09/marktcheck-vegane-produkte/.
https://www.euroveg.eu/wp-content/uploads/2021/02/072019_EVU_PP_Definition.pdf
https://www.v-label.eu/nl/https-www-v-label-eu-nl-v-label
https://www.vegansociety.com/resources/nutrition-and-health/allergen-labelling-0
https://www.fdf.org.uk/fdf/resources/publications/guidance/allegen-free-and-vegan-claims-guidance/
https://www.brcgs.com/our-standards/plant-based-global-standard/
https://www.anses.fr/fr/system/files/NUT2015SA0257.pdf
https://www.foodnavigator.com/Article/2020/03/16/Pea-protein-trend-sparks-allergy-warning

Contact opnemen Inschrijvencursus